title (EN)

zelfstandig naamwoord, werkwoord

zelfstandig naamwoord “title”

1. titel (de naam van een boek, film, lied of ander kunstwerk)
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   I can't remember the title of the movie we watched last night.
2. titel (een woord dat de status, het beroep of de officiële positie van een persoon aangeeft, gebruikt voor of na hun naam)
   She earned the title of "Doctor" after completing medical school.
3. eigendomsbewijs
   After paying off his mortgage, he finally received the title to his house.
4. titel (in sport)
   The team celebrated after winning the national title for the first time.
5. een boek of publicatie
   The library has over 100,000 titles available for students to borrow.
6. aftiteling
   The movie's opening titles featured stunning animations.
7. een sectie of afdeling van een wetboek of document
   The new regulations are listed under Title IX of the education code.

werkwoord “title”

1. betitelen
   The author titled her new novel "A New Beginning" to reflect its hopeful message.