zelfstandig naamwoord “lease”
enkelvoud lease, meervoud leases
- leaseovereenkomst
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
She signed a lease to rent the apartment for one year.
- huurperiode
Their lease ends next month, so they need to find a new place to live.
- (in computing) de tijdelijke toewijzing van een IP-adres aan een apparaat in een netwerk
The DHCP server renewed the lease on the computer's IP address every 24 hours.
werkwoord “lease”
infinitief lease; hij leases; verleden tijd leased; volt. deelw. leased; ger. leasing
- verhuren (iemand toestaan om je eigendom te gebruiken in ruil voor betaling; verhuren)
They decided to lease their extra office space to a startup company.
- leasen (het eigendom van iemand anders gebruiken in ruil voor betaling; huren)
The company leased new computers instead of buying them outright.
- (informatica) een tijdelijk IP-adres toewijzen aan een apparaat in een netwerk
The network server leases IP addresses to devices when they connect.
- (informatica) een tijdelijk IP-adres van een server ontvangen
When connecting to the public Wi-Fi, your device will lease an IP address for internet access.