check out (EN)

werkwoordelijke uitdrukking

werkwoordelijke uitdrukking “check out”

1. uitchecken
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   We need to check out of our room by 11 a.m.
2. afrekenen
   After selecting their groceries, they went to check out at the register.
3. iets interessants bekijken of onderzoeken
   You should check out the new bookstore downtown.
4. lenen
   He checked out three novels for his literature class.
5. kloppen (na onderzoek)
   The alibi she gave checked out when the police investigated.
6. (computing) een kopie van code uit een repository verkrijgen om aan te werken
   The developer checked out the latest version of the software to fix a bug.
7. niet reageren of mentaal afhaken
   During the long presentation, he completely checked out.
8. snel vertrekken
   As soon as the concert ended, the crowd checked out of the venue.
9. het loodje leggen
   Sadly, he checked out after a long battle with illness.