zelfstandig naamwoord “syndicate”
enkelvoud syndicate, meervoud syndicates
- syndicaat (een vereniging van individuen of organisaties gevormd om een specifiek zakelijk project uit te voeren of een gedeeld belang te bevorderen)
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
A syndicate of investors purchased the property to develop a new shopping center.
- syndicaat (misdaad)
The police arrested members of a syndicate responsible for cyber fraud.
- persagentschap
Her comic strip is distributed by a syndicate to newspapers nationwide.
werkwoord “syndicate”
infinitief syndicate; hij syndicates; verleden tijd syndicated; volt. deelw. syndicated; ger. syndicating
- iets (zoals een stuk tekst of andere inhoud) verkopen voor publicatie in veel kranten, tijdschriften of andere media tegelijk
The columnist syndicated her articles to over fifty newspapers.
- bedrijven of individuen in een syndicaat organiseren
Several banks syndicated to fund the large infrastructure project.