zelfstandig naamwoord “kite”
enkelvoud kite, meervoud kites
- vlieger
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
On windy days, children love to fly kites in the park.
- wouw
We watched a kite soaring high above the fields.
- (euclidische meetkunde) een vierhoek met twee paar gelijke aangrenzende zijden
In math class, we learned about the properties of a kite.
- (gevangenisjargon) een geheime brief of notitie die tussen gevangenen wordt doorgegeven
The guard found the kite hidden under the mattress.
werkwoord “kite”
infinitief kite; hij kites; verleden tijd kited; volt. deelw. kited; ger. kiting
- ongedekte cheque uitschrijven (fraude)
He was arrested for kiting checks to pay his debts.
- Een vijand aanvallen terwijl je weg beweegt om niet geraakt te worden.
In the game, she kited the monster to avoid damage.
- bewegen met behulp van een vlieger, zoals bij kitesurfen
They spent the afternoon kiting along the coastline.