Dit woord kan ook een vorm zijn van:
blue (zelfstandig naamwoord, werkwoord) zelfstandig naamwoord “blues”
blues, alleen meervoudig
- neerslachtigheid
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
After hearing the sad news, I've got the blues.
- levenservaringen (vooral de moeilijke)
Growing up in poverty, he knew the blues of a hard life.
- blauw uniform
The officer looked sharp in his navy blues at the ceremony.
zelfstandig naamwoord “blues”
enkelvoud blues, ontelbaar
- blues (muziekstijl)
He spent the evening playing blues on his old guitar at the club.
zelfstandig naamwoord “blues”
enkelvoud blues, meervoud blues
- een lied of compositie in het bluesgenre
She played a slow blues on her guitar.