voegwoord “but”
- maar
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The cake was delicious but too sweet for my taste.
- maar
I didn't see a cat but a dog in the alley.
- maar
But that's exactly what you implied yesterday!
- behalve, een bijzin introducerend
He did nothing but complain about the weather.
voorzetsel “but”
- behalve
Nobody but the chef knows the secret recipe.
bijwoord “but”
- slechts
He was but a child when he mastered the piano.
zelfstandig naamwoord “but”
enkelvoud but, meervoud buts
- bezwaar (in de zin van een tegenargument)
She accepted the proposal with no buts about it.