·

derivative (EN)
bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord “derivative”

basisvorm derivative (more/most)
  1. afgeleid
    The critic said the painting was derivative and lacked originality.
  2. derivaat (financieel, met een waarde die afhankelijk is van een andere activa)
    The derivative products posed significant risk to the investors.

zelfstandig naamwoord “derivative”

enkelvoud derivative, meervoud derivatives
  1. afgeleide
    Students learn about derivatives in calculus class.
  2. derivaat (een financieel product waarvan de waarde afhankelijk is van andere activa)
    The company's investment portfolio includes various derivatives.
  3. afgeleide (iets dat is afgeleid van iets anders)
    The new design is just a derivative and lacks innovation.
  4. derivaat (chemie, een verbinding die is gevormd uit een soortgelijke verbinding)
    Scientists synthesized a derivative of the original molecule.
  5. afleiding (taalkunde, een woord gevormd uit een ander woord)
    “Readiness” is a derivative of “ready”.