zelfstandig naamwoord “mother”
enkelvoud mother, meervoud mothers
- moeder
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
Her mother taught her how to cook.
- aanstaande moeder
Expectant mothers should receive proper care.
- oorsprong
They say that necessity is the mother of invention.
- een substantie samengesteld uit bacteriën die ontstaat tijdens fermentatie, zoals in azijn
She added some mother to start the vinegar fermentation.
- moeder (iets dat het grootste of meest extreme van zijn soort is)
They faced the mother of all storms.
- moeder-overste
Mother Superior led the convent with kindness.
- (slang, eufemisme) afkorting van 'motherfucker'; gebruikt als een krachtterm.
He shouted "Mother!" after stubbing his toe.
werkwoord “mother”
infinitief mother; hij mothers; verleden tijd mothered; volt. deelw. mothered; ger. mothering
- moederen
She mothered the orphaned child as if he were her own.
- Een kind baren of opvoeden.
She mothered three children while working full-time.
- doen bevatten moeder, de substantie die zich vormt in gistende vloeistoffen
He mothered the cider to make vinegar.