·

finished (EN)
bijvoeglijk naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
finish (werkwoord)

bijvoeglijk naamwoord “finished”

basisvorm finished, niet-vergrotend
  1. gladgemaakt
    The sculpture looked smooth and finished, reflecting the artist's meticulous attention to detail.
  2. voltooid
    After the finished homework, she will have to do other tasks.
  3. ten einde (uitdrukking die gebruikt wordt wanneer iets geen kans van slagen meer heeft)
    After the scandal, his political career was finished and he resigned from his position.