·

came (EN)
voorzetsel, zelfstandig naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
come (werkwoord)

voorzetsel “came”

came
  1. markeert een gebeurtenis, periode of verandering in het verleden die plaatsvond na te hebben gewacht of verwacht
    Came the weekend, we finally set out on our long-awaited camping trip.

zelfstandig naamwoord “came”

enkelvoud came, meervoud cames
  1. loodprofiel
    The artisan carefully fitted the came between the stained glass pieces to secure them in place.