Dit woord kan ook een vorm zijn van:
zelfstandig naamwoord “north”
enkelvoud north, meervoud norths of ontelbaar
- noorden
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The cold wind blew from the north, chilling everyone who was outside.
bijvoeglijk naamwoord “north”
basisvorm north, niet-vergrotend
- noordelijk
North Germany is colder than South Germany.
bijwoord “north”
- noordwaarts
Drive five miles north, and you'll find the lake on your left.
- meer dan (informeel)
The company's annual revenue is north of $1 million.