Dit woord kan ook een vorm zijn van:
zelfstandig naamwoord “scissors”
scissors, alleen meervoudig
- schaar
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
He used scissors to cut out the patterns for his project.
- schaar (handgebaar in steen-papier-schaar)
She threw scissors, but her opponent chose rock and won the round.
zelfstandig naamwoord “scissors”
enkelvoud scissors, meervoud scissors
- schaar (in gymnastiek, een oefening of beweging waarbij de benen heen en weer bewegen als schaarbladen)
The gymnast performed scissors on the pommel horse with perfect form.
- Schaar (in worstelen, een greep waarbij een worstelaar zijn benen om de tegenstander wikkelt)
He secured a tight scissors around his opponent's waist.
- schaar (bij het schaatsen, een techniek waarbij één voet voor de andere wordt geplaatst in een glijdende beweging)
She practiced the scissors to improve her balance on the ice.
- schaar (in de luchtvaart, een defensieve manoeuvre in luchtgevechten die bestaat uit een reeks scherpe bochten)
The pilot used a scissors to evade the enemy fighter jet.