zelfstandig naamwoord “beneficiary”
enkelvoud beneficiary, meervoud beneficiaries
- begunstigde
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
As the primary beneficiary of the scholarship, Maria could now afford to attend her dream university.
- erfgenaam (in de context van een trust of nalatenschap)
Upon her grandmother's passing, Emily became the primary beneficiary of her estate, inheriting the family home and savings.
- verzekerde
After the tragic accident, the widow was the primary beneficiary of her husband's life insurance policy.
bijvoeglijk naamwoord “beneficiary”
basisvorm beneficiary, niet-vergrotend
- afhankelijk (in de context van een positie of bezit)
The beneficiary lord managed the lands on behalf of the king, to whom he owed allegiance and service.