bijvoeglijk naamwoord “absolute”
basisvorm absolute, niet-vergrotend
- absoluut
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
Her trust in him was absolute.
- volstrekt
The party was an absolute blast!
- onbetwistbaar
The scientist needed absolute proof before making any conclusions.
- definitief
The court's ruling on the case is now absolute, so no further appeals can be made.
- onbeperkt
The king had absolute control over the entire kingdom.
- absoluut (op zichzelf gemeten)
The mountain's height in absolute terms is 3,000 meters.
- absoluut (wiskundig)
The absolute difference between -3 and 3 is 6.
zelfstandig naamwoord “absolute”
enkelvoud absolute, meervoud absolutes
- een overtuiging of idee dat als universeel waar of belangrijk wordt beschouwd in alle situaties
For him, honesty is an absolute that should never be compromised.
- in de filosofie, de ultieme realiteit of entiteit waarmee alles in het universum verbonden is of deel van uitmaakt
Philosophers often debate whether the Absolute is the ultimate source of all existence.