·

setting (EN)
zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
set (werkwoord)

zelfstandig naamwoord “setting”

enkelvoud setting, meervoud settings of ontelbaar
  1. decor
    The movie's setting in medieval Europe added a magical touch to the story.
  2. zetting
    She admired the intricate setting underneath the diamond in her new ring.
  3. instelling
    Please turn the oven to the highest temperature setting for preheating.
  4. voorstaan (bij jachthonden)
    The dog's intense setting indicated that there were birds nearby.

bijvoeglijk naamwoord “setting”

basisvorm setting, niet-vergrotend
  1. ondergaand
    The setting moon cast a pale glow over the quiet beach.