zelfstandig naamwoord “schedule”
enkelvoud schedule, meervoud schedules
- schema
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
She checked the schedule to see when the next bus would arrive.
- een bijlage bij een juridisch document die aanvullende details verstrekt
The contract includes a schedule listing the equipment provided.
- een categorie van gereguleerde stoffen gedefinieerd door de Amerikaanse wetgeving
The new medication was placed under Schedule II due to its potential for abuse.
werkwoord “schedule”
infinitief schedule; hij schedules; verleden tijd scheduled; volt. deelw. scheduled; ger. scheduling
- plannen (iets laten gebeuren op een bepaald tijdstip)
They scheduled the interview for next Wednesday.
- iemand toewijzen om op een bepaald tijdstip aanwezig te zijn
The manager scheduled her to work the morning shift.
- een stof als een gereguleerde stof classificeren
The authorities scheduled the substance due to its dangerous effects.