·

precision (EN)
zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord

zelfstandig naamwoord “precision”

enkelvoud precision, meervoud precisions of ontelbaar
  1. precisie
    The engineer admired the precision of the machine's movements, which were accurate to a thousandth of an inch.
  2. nauwkeurigheid (consistentie bij herhaalde metingen)
    The laboratory instruments were tested for precision to ensure that the same results could be obtained in each experiment.
  3. significantie (aantal significante cijfers)
    In our physics class, we learned that the precision of our measurements was limited to three significant digits due to the equipment we were using.

bijvoeglijk naamwoord “precision”

basisvorm precision, niet-vergrotend
  1. precisie- (als voorvoegsel, bijv. precisie-instrument)
    The jeweler used a precision scale to weigh the diamonds, ensuring each one was measured to the nearest milligram.