obligation (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “obligation”

1. verplichting
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   After signing the contract, he had an obligation to complete the work by the deadline.
2. een plicht of verantwoordelijkheid die je moet uitvoeren omdat het moreel of wettelijk juist is
   Citizens have an obligation to vote in elections to shape their country's future.
3. verplichting (gevoel van dankbaarheid)
   She felt a deep obligation to care for her mentor in his old age after all he had taught her.
4. verplichting (een juridische overeenkomst die een persoon of organisatie aan een bepaalde handelwijze bindt)
   The company has an obligation under the lease to maintain the property in good condition.