·

leading (EN)
bijvoeglijk naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
lead (werkwoord)

bijvoeglijk naamwoord “leading”

basisvorm leading (more/most)
  1. toonaangevend
    She is the leading researcher in her field, with numerous groundbreaking publications.
  2. leidend
    He quickly caught up to the leading runner, determined to win the race.
  3. sturend (in de zin van een vraag die richting geeft)
    His leading comments during the debate swayed the audience's opinion before they heard all the facts.
  4. voorafgaand (in de zin van iets dat eerder gebeurt en vaak aangeeft wat er in de toekomst zal gebeuren)
    The leading symptoms of the illness appeared days before the more severe effects.