·

given (EN)
voorzetsel, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
give (werkwoord)

voorzetsel “given”

given
  1. gegeven (in aanmerking nemend)
    Given his lack of experience, he did an excellent job.

zelfstandig naamwoord “given”

enkelvoud given, meervoud givens of ontelbaar
  1. gegeven (vaststaand feit)
    In solving the puzzle, the first given was that all the pieces must fit within the frame without overlapping.

bijvoeglijk naamwoord “given”

basisvorm given, niet-vergrotend
  1. afgesproken
    The students had to complete the project by the given deadline of March 15th.
  2. bepaald
    Only one person is allowed inside at a given time.
  3. geneigd
    She was given to arriving early at every appointment.