·

built (EN)
bijvoeglijk naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
build (werkwoord)

bijvoeglijk naamwoord “built”

basisvorm built, niet-vergrotend
  1. gespierd
    After months of training at the gym, he was built and ready to compete.
  2. (in combinatie) gebouwd op de specifieke manier zoals beschreven
    This American-built car is one of the best on the market.
  3. bebouwd (door mensen)
    The city's built areas includes roads, buildings, and parks developed over centuries.