·

underwrite (EN)
werkwoord

werkwoord “underwrite”

infinitief underwrite; hij underwrites; verleden tijd underwrote; volt. deelw. underwritten; ger. underwriting
  1. ondertekenen
    The government decided to underwrite the cost of the new bridge to ensure its completion.
  2. ondertekenen (financieel, de verkoop van nieuwe effecten garanderen door ze te kopen voor wederverkoop)
    The bank underwrote the company's initial public offering, buying all the shares before selling them to investors.
  3. verzekeren (verzekering, aansprakelijkheid aanvaarden voor potentiële verliezen in een verzekeringspolis in ruil voor een premie)
    The insurer underwrote the homeowner's policy, covering damages from fire and theft.