tool (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “tool”

1. gereedschap
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   After the shelf fell, he grabbed his tools and started repairing it immediately.
2. hulpmiddel
   The new software has become an essential tool for architects to design buildings.
3. marionet (figuurlijk gebruikt voor een persoon die gemanipuleerd wordt)
   The spy didn't realize he was just a tool in a larger game of international espionage.
4. eikel (informeel, denigrerend gebruikt voor een onaangenaam persoon)
   Everyone groaned when he started bragging about his car again; he's really acting like a tool.