zelfstandig naamwoord “thing”
enkelvoud thing, meervoud things of ontelbaar
- ding
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
Happiness is an intangible thing that everyone seeks.
- spullen
Before we leave for the camping trip, make sure you pack all your things in the backpack.
- rage (de laatste mode of trend)
Wearing vintage clothes is now the thing among high school students.
- gewoonte (binnen een bepaalde cultuur of groep)
Drinking beer from a 1 liter mug is a German thing.
- realiteit (iets dat daadwerkelijk bestaat)
You're telling me people have yoga classes with goats now? Is that actually a thing?
- pakje (als het gaat om een consumptieproduct)
I ran out of toothpaste, so I picked up a new thing of it while I was at the supermarket.
- probleem
She seems perfect for the job, but the thing is, her schedule might not align with our project timeline.
- wezen (elk levend schepsel)
Look at that tiny kitten shivering in the cold; what a helpless little thing it is.
- ding (in een neerbuigende of vage context)
She keeps talking about the relationship thing, but I'm not ready for that kind of commitment.
- passie (iets waar iemand in het bijzonder van geniet of in geïnteresseerd is)
Playing chess is her thing; she loves the strategy involved.
- routine (kenmerkende dagelijkse gewoontes)
When the band hit the stage, they did their thing and the crowd went wild.
- relatie (in romantische zin)
Jake and Anna have a thing going on.