·

rating (EN)
zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “rating”

enkelvoud rating, meervoud ratings
  1. beoordeling
    Many customers trust the restaurant because it has a five-star rating on the review website.
  2. score (op basis van prestatie of kwaliteit)
    After months of practice, she achieved the top rating in the piano competition.
  3. rating (in de financiën, een evaluatie van financiële betrouwbaarheid)
    The bank refused his loan application due to his low credit rating.
  4. kijkcijfer (in de televisie, een maatstaf voor hoeveel mensen naar een televisieprogramma kijken)
    The finale of the series had the highest ratings of the season, drawing in millions of viewers.
  5. specialiteit (nautisch, een specialiteit van een matroos)
    He held the rating of machinist's mate on the submarine, responsible for maintaining the engines.
  6. matroos (zeevaart, een aangeworven zeeman die geen officier is)
    He served as a rating in the Royal Navy before becoming an officer.