lantern (EN)
zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “lantern”

sg. lantern, pl. lanterns
  1. lantaarn
    During the power outage, we used an old-fashioned lantern to navigate through the house.
  2. theaterspot (om aan te geven dat het een specifiek type lantaarn voor theaters betreft)
    The director asked the crew to adjust the lanterns to spotlight the actor during his monologue.
  3. lichtkoepel (om aan te geven dat het een constructie op een dak betreft)
    The glass lantern atop the library's dome bathed the reading room in natural light.
  4. lantaarntandwiel (om aan te geven dat het een type tandwiel betreft)
    The mechanic replaced the worn-out lantern gear to ensure the clockwork operated smoothly.