zelfstandig naamwoord “individual”
enkelvoud individual, meervoud individuals
- individu
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The coach focused on helping each individual.
- individu (vreemd persoon)
There was this individual watching me in the park.
bijvoeglijk naamwoord “individual”
basisvorm individual (more/most)
- individueel
We've examined each individual case and found no errors.
- afzonderlijk
The bakery sells individual pastries, not packs.
- individueel (uniek)
Each student requires an individual approach.
- karakteristiek
She has an individual style that makes her work stand out.