·

hung (EN)
bijvoeglijk naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
hang (werkwoord)

bijvoeglijk naamwoord “hung”

basisvorm hung, niet-vergrotend
  1. verdeeld
    The trial ended in a mistrial because the jury was hung.
  2. zonder meerderheid
    The recent election results led to a hung congress, resulting in difficult discussions about possible coalitions.
  3. vastgelopen
    My laptop was hung, so I had to restart it to get it working again.