·

felt (EN)
zelfstandig naamwoord, werkwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
feel (werkwoord)

zelfstandig naamwoord “felt”

enkelvoud felt, meervoud felts of ontelbaar
  1. vilt
    She crafted a colorful hat from pieces of brightly dyed felt.
  2. vilthoed
    She wore a stylish felt that complemented her vintage outfit perfectly.
  3. viltstift
    The children grabbed their felts and eagerly began coloring the posters for the school play.

werkwoord “felt”

infinitief felt; hij felts; verleden tijd felted; volt. deelw. felted; ger. felting
  1. vilten (proces van het maken van vilt)
    The artisan felted the wool meticulously to create a beautiful, seamless fabric.
  2. bekleden met vilt (het aanbrengen van vilt als bedekking)
    To improve the acoustics of the room, they felted the walls with a thick layer of sound-absorbing material.