·

contain (EN)
werkwoord

werkwoord “contain”

infinitief contain; hij contains; verleden tijd contained; volt. deelw. contained; ger. containing
  1. bevatten (van een mengsel, een stof bevatten)
    The drink contains alcohol.
  2. bevatten (van een container, iets binnenin hebben)
    The bottle contains fresh juice.
  3. bevatten (iets als onderdeel opnemen)
    The software package contains several useful apps.
  4. Beheersen (om te controleren of tegen te houden)
    She tried to contain her excitement during the performance.
  5. bevatten (in wiskunde)
    The set of integers contains all whole numbers.