burgeoning (EN)
bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
burgeon (werkwoord)

bijvoeglijk naamwoord “burgeoning”

burgeoning, non-gradable
  1. groeiend
    The small town was excited about the burgeoning number of tourists each year, bringing more business and opportunities.

zelfstandig naamwoord “burgeoning”

sg. burgeoning, pl. burgeonings or uncountable
  1. het ontkiemen (het proces van beginnen te groeien)
    The garden was alive with the burgeoning of new flowers as spring arrived.
  2. een jonge loot (een jonge scheut of tak)
    In spring, the tree was covered in burgeonings, promising a lush canopy of leaves.
  3. een toename (een groei van iets)
    The city's skyline is constantly changing due to the burgeoning of new skyscrapers.