zelfstandig naamwoord “brother”
enkelvoud brother, meervoud brothers
- broer
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
I have an older brother who teaches at the university.
- broeder (in een religieuze gemeenschap)
Brother Paul leads the choir every Sunday.
- (informeel) gebruikt als een vriendschappelijke aanspreekvorm tussen mannen
Hey brother, can you help me with this?
- (een, Afrikaans-Amerikaans Vernaculair) een medezwarte man
He was happy to see another brother in the leadership position.
tussenwerpsel “brother”
- een uiting van frustratie of ergernis
Oh brother! This traffic jam is never-ending!