·

training (EN)
zelfstandig naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
train (werkwoord)

zelfstandig naamwoord “training”

enkelvoud training, meervoud trainings of ontelbaar
  1. opleiding
    Before starting the job, she received extensive training in customer service.
  2. training (lichamelijke oefeningen om de conditie te verbeteren)
    After weeks of training for the marathon, she felt stronger and more prepared than ever.