zelfstandig naamwoord “broker”
 enkelvoud broker, meervoud brokers
- makelaar
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
 She consulted a broker to invest her savings in the stock market.
 - tussenpersoon
As a broker, he facilitated the sale of the company.
 - bemiddelaar
The diplomat acted as a broker in the peace negotiations.
 - (informatica) een agent of software die communicatie of transacties bemiddelt
The message broker ensures data is transferred smoothly between services.
 
werkwoord “broker”
 infinitief broker; hij brokers; verleden tijd brokered; volt. deelw. brokered; ger. brokering
- bemiddelen (een overeenkomst of deal regelen of onderhandelen tussen partijen)
The diplomat brokered a ceasefire between the warring factions.
 - Bemiddelen (optreden als een makelaar; bemiddelen bij een verkoop of transactie)
She brokers in commercial real estate.