bathroom (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “bathroom”

1. badkamer
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   She spent an hour in the bathroom getting ready for the party.
2. toilet (met wastafel)
   During the long flight, passengers frequently lined up to use the airplane's tiny bathrooms.