activity (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “activity”

1. activiteit
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   Reading is an activity she enjoys every evening.
2. activiteit (toestand van actief zijn)
   The office was buzzing with activity after the big announcement.
3. activiteit (voor plezier of vermaak)
   The playground offers a variety of activities to children.
4. activiteit (radioactief verval)
   The scientist measured the activity of the radioactive sample.
5. activiteit (reactiviteit van een stof)
   The chemical's activity determines how it will interact with other substances.