zelfstandig naamwoord “Brit”
enkelvoud Brit, meervoud Brits
- Brit (informeel: een persoon uit Groot-Brittannië)
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
I met some friendly Brits during my trip to London.
- Brit (een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt voor prestaties in de Britse muziekindustrie)
The band won a Brit for best album of the year.