bijvoeglijk naamwoord “wide”
wide, comp. wider, sup. widest
- breed
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The river was too wide to swim across.
- uitgebreid
The festival attracted a wide audience.
- groot
There were wide variations in the data.
- mis
His throw went wide of the basket.
- (sport) gepositioneerd aan of nabij de zijkant van een speelveld
He plays in a wide position on the right wing.
- wijd
You could see his wide eyes when he opened the gift.
- (computing) gebruikmakend van of ondersteuning biedend aan grotere gegevens- of tekenformaten dan gebruikelijk
The application supports wide characters for Unicode text.
bijwoord “wide”
- wijd
They searched far and wide for the lost puppy.
- volledig
She was wide awake despite it being midnight.
- mis
The arrow flew wide of the mark.
zelfstandig naamwoord “wide”
enkelvoud wide, meervoud wides
- (een cricketbal) een bal die te ver van de batsman wordt gebowld, resulterend in een extra run voor de slagpartij
In the final over, the bowler conceded two wides.