werkwoord “unfurl”
infinitief unfurl; hij unfurls; verleden tijd unfurled; volt. deelw. unfurled; ger. unfurling
- ontrollen
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
As the national anthem played, the soldiers unfurled the large banner across the building.
- zich ontvouwen (zoals een verhaal of situatie)
The plot of the novel unfurled slowly, revealing secrets with each chapter.