·

unfair (EN)
bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord “unfair”

basisvorm unfair (more/most)
  1. oneerlijk
    It was unfair that only some students got extra time to finish the test.
  2. onrechtvaardig (niet iedereen gelijk behandelen)
    This employer provides unfair compensation to women, who get paid less for the same job.