telwoord “twenty”
- twintig
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
She bought twenty apples from the market.
zelfstandig naamwoord “twenty”
enkelvoud twenty, meervoud twenties
- twintigje (bankbiljet)
She handed the cashier a crisp twenty to pay for her groceries.