zelfstandig naamwoord “thong”
enkelvoud thong, meervoud thongs
- string
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
She bought a new thong to wear under her dress.
- riem
He used a thong to tie the bundle of sticks together.
- riem (van een zweep)
The cowboy cracked the thong of his whip to drive the cattle forward.