zelfstandig naamwoord “speed”
enkelvoud speed, meervoud speeds of ontelbaar
- snelheid
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The car reached a speed of 120 miles per hour on the highway.
- snelheid (de eigenschap van snel bewegen)
We are cruising at speed right now.
- versnelling
The car has a six-speed gearbox.
- een illegale stimulerende drug, vooral amfetamine
He was arrested for selling speed to college students.
- (fotografie) de tijdsduur dat de sluiter van een camera open is
Using a slow speed can create interesting motion effects.
werkwoord “speed”
infinitief speed; hij speeds; verleden tijd sped, speeded; volt. deelw. sped, speeded; ger. speeding
- snellen (snel bewegen)
The train sped through the countryside.
- te hard rijden
She was fined for speeding on the highway.
- versnellen
This new software will speed the process.
tussenwerpsel “speed”
- (in film) gezegd om aan te geven dat opnameapparatuur draait en klaar is
The director shouted "Action!" after the sound engineer called "Speed!