Dit woord kan ook een vorm zijn van:
sound (bijvoeglijk naamwoord) zelfstandig naamwoord “sounder”
enkelvoud sounder, meervoud sounders
- geluidsbron
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The alarm system was equipped with a loud sounder to alert everyone in case of a fire.
- telegraafontvanger (specifiek voor het overbrengen van telegraafberichten door geluid)
The telegraph operator listened intently to the clicks of the sounder to decode the message.
- dieptemeter (voor het meten van waterdiepte)
The captain used a sounder to measure the depth of the water before anchoring the ship.
- peillood (persoon die de diepte meet, ook bekend als loodsman bij het peilen)
The sounder on board took regular depth measurements to ensure we were navigating safely.
- rot (groep wilde zwijnen)
We spotted a sounder of wild boar foraging in the forest clearing.