bijvoeglijk naamwoord “singular”
basisvorm singular (more/most)
- enkelvoud
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The word “cat” is a singular noun, but “cats” is plural.
- bijzonder
Many found his singular behavior at the party rather repelling.
- uniek
The artist created a singular piece that was unlike any other.
- uitzonderlijk
She showed singular bravery during the emergency.
- enkel
In this case, we are focusing on the singular event that triggered the changes.
- (natuurkunde, van een matrix) niet inverteerbaar; met een determinant gelijk aan nul
When a matrix is singular, it cannot be used to solve a system of equations.
zelfstandig naamwoord “singular”
enkelvoud singular, meervoud singulars
- enkelvoud (taalkundige vorm)
As a teacher, she explained the difference between singulars and plurals to her students.