sector (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “sector”

1. sector
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   The government plans to increase funding for the education sector.
2. sector (van een cirkel)
   In math class, we learned how to calculate the area of a sector.
3. sector (militair gebied)
   The army was deployed to secure the northern sector of the city.
4. sector (opslagapparaat)
   The technician found that some sectors of the hard disk were corrupted.
5. sector (in de ruimte)
   The explorers set a course for sector seven, a region known for its nebulae.
6. sector (van een racecircuit)
   He was fastest in the second sector but lost time later in the lap.