zelfstandig naamwoord “pool”
enkelvoud pool, meervoud pools of ontelbaar
- zwembad
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
We spent the afternoon swimming in the pool.
- poel
They discovered a clear pool in the woods.
- plas
There was a pool of oil under the car.
- vlek
He waited in a pool of light at the bus stop.
- pool (groep)
The company has a pool of skilled workers.
zelfstandig naamwoord “pool”
enkelvoud pool, ontelbaar
- een spel dat op een tafel wordt gespeeld met keus en ballen, vergelijkbaar met biljart
They enjoy playing pool at the local bar.
werkwoord “pool”
infinitief pool; hij pools; verleden tijd pooled; volt. deelw. pooled; ger. pooling
- bundelen
They pooled their money to start a business.
- zich verzamelen
Water pooled in the basement after the heavy rain.