zelfstandig naamwoord “payout”
enkelvoud payout, meervoud payouts
- uitbetaling (een bedrag geld dat aan iemand wordt betaald)
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
He won the lottery last month and received a big payout.
- uitkering (in de financiën, het geld dat als dividend aan aandeelhouders wordt uitgekeerd)
The company increased its payout this year due to higher profits.