ownership (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “ownership”

1. eigendom
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   After their parents passed away, the siblings disputed the ownership of the family home.
2. verantwoordelijkheid (in zakelijke context)
   At the company meeting, she encouraged employees to take ownership of their work to achieve better results.